zaterdag 24 juni 2017

Mariët Meester - Hollands Siberië

Vorig jaar schreef ik over de boeken van Wil Schackman: De Proefkolonie, De Bedelaarskolonie en De Kinderkolonie (KLIK HIER). Het zijn non-fictie boeken die op een prettig leesbare manier de geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid behandelen en een beeld geven van iedereen die er mee te maken had: bestuurders èn degenen die aan hun toezicht waren toevertrouwd. Aanvankelijk ging het daarbij om de stichting van Koloniedorpen (Frederiksoord, Willemsoord en Wilhelminaoord), later kwamen er strafinrichtingen bij (zoals Ommerschans en Veenhuizen) voor kolonisten die zich misdroegen. In Veenhuizen werden daarnaast bedelaars en dronkaards opgevangen en tenslotte ook wezen. Dat laatste om de penibele financiële situatie van de Maatschappij het hoofd te bieden. Het mocht niet baten. In 1859 nam de staat Veenhuizen over en maakte er een Rijkswerkinrichting en Rijksstrafinrichting van.


Mariët Meester (1958)  groeide op in Veenhuizen in de tijd dat het dorp nog niet toegankelijk was voor buitenstaanders. In het dorp woonde iedereen die nauw betrokken was bij de verpleging en bewaking van de opgenomen personen: bewaking, directie, medische en psychologische dienst, leraren, pastorale medewerkers etc. In het voorwoord van haar boek vertelt ze dat ze bij het schrijven ervan is geïnspireerd door echte personen en ware gebeurtenissen, maar dat ze de karakters naar eigen inzicht heeft ingekleurd. Alle namen zijn daarom veranderd, behalve die van enkele Duitse oorlogsdelinquenten en één andere persoon die na de Tweede Wereldoorlog landelijke bekendheid kreeg. Het oeuvre van Mariët Meester bestaat uit 6 andere romans, diverse reisverhalen en non-fictieboeken.

In deze (waargebeurde) roman is de hoofdrol voor Pastoor Peter Pex. Als hij in 1936 naar Veenhuizen komt, denkt hij een plek te vinden waar hij echt iets kan betekenen voor mensen in moeilijke omstandigheden. Het valt niet mee. Onder zijn parochianen vallen zowel het gevangenispersoneel, als de verpleegden (alcoholisten en bedelaars) en criminelen (dieven, souteneurs). Iedere groep heeft eigen problemen en vraagt om andere oplossingen. Daarnaast speelt de hiërarchie binnen het ambtenarenkorps ook nog een rol bij de onderlinge verhoudingen. En niet te vergeten het verschil van mening met de protestante dominee over de groep Joodse bewoners van Veenhuizen die geen eigen kerk en voorganger meer hebben. 

Al lijkt het dat hij er goed mee om kan gaan en hij zijn draai gevonden heeft, er knaagt toch iets aan hem. Overdag loopt hij in het Franciscaner habijt, maar zodra hij het bij het naar bed gaan aflegt, krijgt hij het gevoel dat hij dan pas zichzelf is en overdag de rol van pastoor speelt. Hij realiseert zich dat hij uit liefde voor zijn ontroostbare ouders een rol op zich genomen heeft die bedoeld was voor zijn overleden broer. Als oudste zoon in een katholiek gezin had deze priester moeten worden. Zijn twijfels over het geloof nemen steeds meer toe, zijn weerzin tegen de starre regels en hypocrisie van de kerk ook, het weten van misbruik en de verdoezeling daarvan stuiten hem tegen de borst. Zijn dubbelrol valt hem steeds zwaarder. En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit.

Samen met zijn huishoudster Martine belandt hij in het verzet. De pastorie wordt een plaats van samenkomst voor de jeugdige verzetsstrijders. Er worden mensen verborgen. Tegelijkertijd groeien de pastoor en de huishoudster steeds meer naar elkaar toe. Meester weet op ontroerende manier te schilderen hoe twee mensen op latere leeftijd de liefde ontdekken. Hun relatie moet echter geheim blijven en dat is moeilijk met zoveel vreemden in huis en onbetrouwbare ambtenaren op het terrein, want ook daar heeft menigeen een dubbele agenda. 

Als de oorlog voorbij is, krijgt Veenhuizen landverraders en Duitse oorlogsmisdadigers toegewezen. Weer een ander slag mensen om mee om te gaan. En weer andere problemen om op te lossen: een staking van het kerkkoor, opgestookt door een voormalig NSB'er, omdat men niet wil zingen met een Joodse organist. De duur van de straf en de manier waarop de foute landgenoten gevangen gehouden worden gaat Pastoor Pex steeds meer tegenstaan, zeker als blijkt dat de Duitse oorlogsmisdadigers er beter opgevangen worden. Hij wordt van steeds meer kanten klem gezet, men roddelt over hem en dan beslist hij dat het tijd is er een punt achter te zetten, zijn ambt op te geven en te trouwen met Martine. Maar of dat nog op tijd is? In de Epiloog laat Mariët Meester ons weten hoe het de (echte) hoofdpersonen uit de roman verder vergaan is.

Hollands Siberië vertelt over de opkomst en ondergang van een man die Veenhuizen zijn beste krachten wilde geven. Het is niet alleen een historische, maar vooral een psychologische roman. De worsteling van Pastoor Pex, zowel met zijn geloof, als met zijn gevoelens voor Martine en de opbloeiende liefde tussen beiden beschrijft Mariët Meester op een meesterlijke wijze. Het is een spannend en ontroerend verhaal geworden, dat zelfs katholieke lezers niet onberoerd zal laten. Ze heeft van Peter Pex een prachtig mens gemaakt die er onbaatzuchtig voor anderen wilde zijn. Daar had zijn Franciscaner pij niets mee te maken.


Mariët Meester - Hollands Siberië (onthullende roman over het gevangenisdorp Veenhuizen). Amsterdam, Arbeiderspers, 2014. PB, 359 pg., plattegrond, isbn:978-90-295-9444-8.

Tenslotte: 

- Het onderzoek van Mariët Meester voor de roman Hollands Siberië (2014) werd vastgelegd in de documentaire Het gevangenisdorp - Veenhuizen in de twintigste eeuw.

- In 2018 is het 200 jaar geleden dat De Maatschappij van Weldadigheid is opgericht. Wat nog zichtbaar is uit die tijd (en dat is veel!) zal dan tot Cultureel Erfgoed bestempeld worden, is de verwachting. In de aanloop daarnaar toe zijn er allerlei manifestaties, tentoonstellingen en wandeltochten deze zomer. Via de beide linken hieronder meer daarover en over het boek (op deze site staat onder andere ook een jaartallenoverzicht van Veenhuizen).

Gevangenismuseum: https://www.gevangenismuseum.nl/
Hollands Siberië: http://www.hollandssiberie.nl/

© Jannie Trouwborst, juni 2017 

Naschrift: ondertussen heb ik ontdekt dat de pastoor Telephorus Smits heette en dat de Pastorie verhuurd wordt als schrijversresidence door Mariët Meester. Elke Geurts logeerde er in mei 2016 een paar weken en schreef erover in haar blog (KLIK HIER). Haar vielen al die strenge namen van de woningen op. Er ontbrak er één volgens haar: Op de pastorie, toch ook een kapitaal pand, staat geen opvoedkundige leuze. Dat komt: Pastoor Smits rules here. Misschien had er Liefde op deze gevel moeten staan. Dat mist nog een beetje hier.

vrijdag 9 juni 2017

Eefje Rammeloo - Het geluk van de Chinezen

"Van onze correspondent in Shanghai" : zo luidt de ondertitel van Het geluk van de Chinezen. In het boek staan de verslagen van gesprekken die Eefje Rammeloo voerde met Chinezen uit verschillende delen van het enorme land. Jong en oud, rijk en arm, stadsbewoners en boeren, studenten en arbeiders, mannen en vrouwen, ze komen allemaal aan het woord. Als freelance journalist werkt ze voor diverse media en onderdelen van deze interviews zijn terecht gekomen in de artikelen die ze schreef voor verschillende tijdschriften en kranten.


Met het werk van Eefje Rammeloo maakte ik kennis via het literaire non-fictie verhaal over haar grootouders: Titia, Een onbezonnen reis naar het land van de vijand. Aan de hand van interviews, reizen door Duitsland, Frankrijk en Nederland en een geërfde kist vol brieven, documenten en foto’s reconstrueerde Eefje Rammeloo hun tumultueuze leven: een oma die in 1942 naar Duitsland vertrok om te trouwen met een Duitse Wehrmachtsoldaat. Een bijzonder en persoonlijk verhaal dat niet alleen boeit, maar tegelijkertijd een andere kijk geeft op de historische gebeurtenissen die we zo goed denken te kennen. Onderzoeken, vastleggen en niet oordelen: dat zijn de kenmerken van dit bijzondere verhaal, gegoten in een prettig leesbare stijl.

In dezelfde heldere stijl en zonder vooroordelen is Het geluk van de Chinezen geschreven. Wat weten we in het westen eigenlijk van China? Wie het nieuws daarover wil volgen merkt al snel dat artikelen schaars zijn. Sinds ik Eefje Rammeloo volg op Twitter valt dat nog meer op. Veel van haar opmerkingen en links naar belangrijke Chinese of buitenlandse artikelen komen hier nergens in de pers terecht. Daarom is het goed dat ze met dit boek een deel van het verouderde en/of misvormde beeld dat velen nog van China hebben, kan bijgestellen.

Uit haar inleiding:
'Het optimisme van de Chinezen is soms moeilijk uit te leggen in het buitenland. China is immers een eenpartijstaat, waar de vrijheid van meningsuiting beknot wordt en het gevaarlijk is om de lucht in te ademen of je kind melk te laten drinken. Dat kan allemaal wel zo zijn, denken veel Chinezen, maar dat betekent niet dat het hele politieke systeem op de schop moet. De oudere generatie is moe van de overheidscampagnes die leiden tot honger en terreur. De jongere generatie heeft inmiddels zoveel persoonlijke vrijheid dat ze geen noodzaak tot verandering ziet. Het gaat goed met het land, don't rock the boat.'
En: 'China verkeert in een overgangsfase (....). De Partij vroeg het Chinese volk zelf met antwoorden te komen "welke droom het wil nastreven" (....). Die moet een antwoord bieden op de identiteitscrisis. En dus dromen de Chinezen. Over een tweede auto, een eigen bedrijf, schone lucht en een goede opleiding. Maar wat is er voor nodig om hun wensen in vervulling te laten gaan? En tegen welke grenzen lopen ze aan? Dat zijn de vragen die aan bod komen in de rapportages die ik de afgelopen jaren maakte en die in dit boek gebundeld zijn. Ze geven een beeld van het leven van Chinezen in deze tijd.'

De onderwerpen zijn divers en goed uitgewerkt: opleidingen en scholen, problemen met minderheden zoals de Oeigoeren, zorg voor ouderen, discriminatie van plattelandsbewoners, corruptie bij/of het ontduiken van wetten die schone energie nastreven. In zo'n groot land gaat wel eens wat anders dan voorzien: i.p.v dat de streekbevolking profiteerde van de arbeidskansen bij de aanleg van de hoge snelheidsspoorlijn bv., kwamen de Han-Chinezen uit de stad om er aan te werken. Een mooi verhaal gaat over de controleurs van de een-kindpolitiek die (nu de wet afgeschaft is) omgeschoold worden tot een soort pedagogisch medewerkers die grootouders (die op de kleinkinderen moeten passen als de ouders werken) leren wat een kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen.
Over vroeggepensioneerde ouderen in de stad die gaan dansen op pleinen, jonge studenten die naar het buitenland gaan om te studeren, de kwaliteitsomslag die men in producten wil bewerkstelligen en de stimulering van het verwerven van kennis om een voorsprong te krijgen op gebieden die er toe doen, zoals duurzame energie. Kortom een heel boeiend en afwisselend geheel.
Aan het einde van het boek staat behalve de geraadpleegde literatuur nog een overzicht met de gebruikte begrippen en de geschiedenis van China vanaf 1912. Plus een kaartje van China waarop de bezochte steden en streken.

Nu Amerika een onbetrouwbare partner is gebleken, lijkt het vanzelfsprekend dat we de blik naar het oosten richten, naar China. Dan is het nuttig op de hoogte te zijn van de juiste feiten over het land en  de gemeenplaatsen die doorgaans geuit worden, te vergeten. Het geluk van de Chinezen is daarbij een welkome handreiking, die nieuwsgierig maakt naar meer. Dat kan: Eefje Rammeloo is actief op Twitter: @Eefjerammeloo. Volg haar en je blijft dagelijks op de hoogte.

Eefje Rammeloo (Geleen, 1979) studeerde Journalistiek, Politicologie en Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen in Utrecht en Grahamstad, Zuid-Afrika. Ze was redacteur op de buitenlandredactie van de NOS en werkt sinds 2011 als freelancejournalist. In 2014 verhuisde ze naar Shanghai, waar zij als correspondent werkt voor onder andere de VPRO en de Groene Amsterdammer.

Eefje Rammeloo - Het geluk van de Chinezen. Amsterdam. Cossee, 2017. Pb., 254 pg., krt. ISBN:978-90-5936-710-4.

© Jannie Trouwborst, juni 2017.