vrijdag 1 februari 2008

Adriaan van Dis – Indische duinen

Februari 2008 – waardering 7,5.

Samenvatting


Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen; een zoon woont geboren: hij is de buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader wil hem harden voor een volgende oorlog. Zesenveertig jaar later ontrafelt de zoon de geheimen en de leugens van zijn familie. (Achterflap)
 
Genre: grotendeels auto-biografische roman.
Thema’s: haat-liefdeverhouding tussen de vader en de zoon, de zoektocht naar de geheime (verzwegen of verdraaide) familiegeschiedenis. Ook spelen mee: familievetes, de overgevoeligheid voor het verschil in huidskleur, naweeën van de oorlog, zoals die beleefd werd in Indië, incestueuze  neigingen en contacten met de geest van gestorven familieleden.
Structuur: Het verhaal begint met een proloog, waarin we de aankomst van de zwangere moeder met haar drie dochters uit een eerder huwelijk en haar nieuwe partner in Nederland meemaken. Echt welkom voelen ze zich niet. Ze krijgen een deel van een huis in de duinen van Bergen toegewezen. De hoofdpersoon moet dan nog geboren worden. De rest van het boek begint met het sterfbed van de middelste zus en eindigt na de begrafenis van de oudste. Dat verhaal wordt chronologisch verteld. Er tussendoor komen de herinneringen van de hoofdpersoon als flash-backs aan hun periode in het huis in de duinen, waar meer repatrianten woonden (vandaar Indische duinen).
Vertelperspectief: De proloog en de epiloog worden verteld vanuit het perspectief van de moeder door een auctoriale verteller. In de epiloog kijkt ze terug op haar leven met de vader van de hoofdpersoon en begrijpt niet waarom de zoon zijn vader haat. De rest van het verhaal wordt in een ik-perspectief verteld door de zoon. Op de plaatsen waar hij achteraf probeert het leven van zijn vader te reconstrueren gebruikt hij het jij-perspectief. Hij was 11 jaar toen zijn vader overleed en hij is met vragen blijven zitten. Door het jij-perspectief te kiezen is het net alsof hij achteraf met zijn vader erover praat.
Taalgebruik en stijl: Af en toe komen Indische woorden en uitdrukkingen terug of verwijzingen naar de Indische manier van uitspreken (lijkt me geschikt om als luister-boek uitgegeven te worden…). De stijl is vooral nuchter en helder. Ondanks de beschrijving van soms best wel heftige gebeurtenissen (sterfbed, ruzies, mishandelingen, oorlog, jappenkamp, etc.) wordt het verhaal nergens op een dramatische of emotionele manier verwoord.

 
Tot slot: De ouders van Adriaan van Dis konden niet met elkaar trouwen (door onduidelijkheden over het al dan niet in leven zijn van de beide partners). Om problemen te voorkomen werd Adriaan voor het gemak Mulder genoemd (naar zijn vader). Deze naam komt o.a. terug in De Wandelaar. Later is hij zijn echte naam, de naam van zijn moeder, weer gaan gebruiken: Van Dis.
In dit grotendeels autobiografische verhaal probeert hij zijn getraumatiseerde vader (en moeder en zussen) te begrijpen. Geboren in Nederland, na de oorlog, wil hij hun verzwegen verhalen en leed horen en begrijpen. Hij voelt zich een buitenstaander. Maar ook een zoon van een vader, die hij haat en toch ook als slachtoffer kan zien. Die hij probeert te begrijpen om daarmee ook zichzelf beter te leren kennen.
Al besteedt hij er niet uitgebreid aandacht aan: het is goed om eens te lezen hoe de repatrianten hier ontvangen en behandeld zijn. Dat had op zijn zachts gezegd wat menselijker gekund….

 
Amsterdam, Meulenhoff, 1996 (18e dr., 1e dr. 1994). Paperback met stofomslag, 317 p.
© JannieTr, februari 2008.

Meer informatie over Adriaan van Dis: http://nl.wikipedia.org/wiki/Adriaan_van_Dis op Wikipedia
en zijn eigen site: http://www.adriaanvandis.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten